De Kerk van Sint Pancratius
Tot aan de sloop in 1858 kerkten de rooms-katholieke dorpelingen in een schuilkerk aan de Breedeweg, in die tijd vanuit Castricum de verbindingsweg naar Uitgeest en de Zaanstreek.
Historie tot 1950
Kennemerland maakte al in de vroege Middeleeuwen kennis met het Christendom. Adelbertus en Engelmundus, gezellen van Willibrordus, krijgen opdracht het geloof te verspreiden.
Ook in Castricum wordt een kerkje gebouwd. Het wordt onder bescherming gesteld van Sint Pancratius. Pancratius was afkomstig uit Phrygie; op veertienjarige leeftijd werd hij in Rome tijdens de Christenvervolging onder keizer Diocletianus onthoofd.
Omstreeks 1351 werd in Bakkum een kapel gesticht, die toegewijd was aan de Heilige Cunera. Tot 1576 is de kapel als bedehuis in gebruik geweest.
De oude Pancratiuskerk is ontstaan door vergroting van het kerkje dat in de elfde eeuw moet zijn gebouwd. Bij opgravingen in het kerkgebouw zijn sporen van dit romaanse kerkje aangetroffen.
In 1573 werd de oude Pancratiuskerk overgedragen aan de Protestanten. De kerk heette aanvankelijk ‘Gereformeerde Kerk’.
In 1816 werd de naam officieel gewijzigd in ‘Nederlands Hervormde Kerk’. Het overgrote deel van de bevolking bleef echter bij het oude geloof en kwam van die tijd af -overigens weinig gestoord door de Protestanten- samen in een verbouwde boerderij aan de Breedeweg in de Oosterbuurt.
In 1820 werd aan deze schuilkerk een meer kerkelijk uiterlijk gegeven.
In 1858 werd weer een ‘echte’ kerk met toren gebouwd, vlak naast de plaats waar de huidige kerk aan de Dorpsstraat staat.
Ter vervanging van dit gebouw werd de huidige Pancratiuskerk in 1910 gebouwd en enkele jaren geleden nog grondig opgeknapt. Tevens werden toen de pastorie (nu parochiecentrum) en het zusterhuis (‘De Hooghe Aert’) gebouwd.
De kerk is opgetrokken in neo-gotischde stijl naar ontwerp van Jan Stuyt te Amsterdam. De bij de kerk behorende pastorie en nabij gelegen zusterhuis met bewaar- en naaischool zijn ook door Stuyt ontworpen, maar in een moeilijk te benoemen bouwstijl. De inwijding van de kerk vond plaats op 8 juni 1911.
Het David-orgel in de St. Pancratiuskerk
Het David-orgel in de St. Pancratiuskerk in Castricum is gebouwd in 1953 door de firma Vermeulen uit Weert en werd oorspronkelijk gebouwd voor de St. Antonius van Padua – kerk te Eindhoven – Fellenoord. In Castricum werd het orgel op 26 november 1972 ingewijd en ingespeeld.
Daarmee beschikt de St. Pancratiuskerk over een muziekinstrument dat door bouw, grootte en klank uitstekend past in de kerkruimte. Het orgel voldoet aan de eisen die de liturgie stelt en kan zijn begeleidende en concerterende functie goed vervullen.
Het orgel wordt David-orgel genoemd vanwege het beeld van Koning David in het midden van het orgelfront.
Het oorspronkelijke Eindhovense orgel telde 25 registers. Door het aankopen van 4 registers uit het orgel van de voormalige De Zaaier in Amsterdam, werd de dispositie van het pedaal (voetklavier) uitgebreid.
De heer Hubert Schreurs – Adema bouwde het orgel in Castricum op, wijzigde de dispositie, intoneerde alle pijpen en zorgde dat de klank paste in de gunstige akoestiek van de St. Pancratiuskerk.
In 1987 werd een nieuw register geschonken: een Vox Caelestis (hemelse stem). In latere jaren volgden nog een Violon, een Cymbel en een Fluit Harmoniek.
Toen op 15 augustus 2015 de kerk Maria ten Hemelopneming in Bakkum sloot, kwamen de Trompet 8’ en de Fluit 4’ van het orgel in Bakkum naar Castricum. Ook het instrument in Bakkum, met 14 registers, was van de firma Vermeulen, maar nu van de Alkmaarse tak.
De Trompet 8’ kwam op het bovenmanuaal van het David-orgel, de Fluit 4’ kwam op het ondermanuaal van het David-orgel in de plaats van de reeds aanwezige Fluit 4’. Er werd voor de “Bakkumse” Fluit 4’ gekozen, omdat deze beter mengde met de overige registers.
Om plaats te maken voor de Trompet 8’ werd de Cymbel uit het orgel gehaald. De Cymbel was ook niet oorspronkelijk aanwezig geweest in het orgel en met een extra tongwerk op het tweede manuaal zou het orgel meer mogelijkheden hebben. De Sesquialter moest nog wel verplaatst worden om zo uiteindelijk voldoende ruimte te hebben voor de Trompet 8’.
Het orgel telt nu 37 registers. De laatste wens is een Prestant 16′ waarvoor de helft van de pijpen al aanwezig is.
Contact
Voor meer informatie kunt u contact opnemen met de secretaris van het Orgel-en Klokkencomité: mevrouw W. Leonards, e-mail: leonards@kpnplanet.nl, tel: 0251 676625 of met de voorzitter mevrouw M. Mantel, e-mail: mariette.mantel@ziggo.nl
Een orgel is een kostbaar en duur instrument. Om het orgel goed bespeelbaar te houden, moet het elk jaar een paar keer worden gestemd, moeten versleten onderdelen worden vervangen en moeten storingen worden verholpen.
Mocht u een bijdrage willen geven voor het onderhoud van het David-orgel dan kunt u deze storten op NL18INGB0000206597 of NL85RABO0311902316 t.n.v. De Goede Herder Castricum
Dispositie:
Manuaal I: Violon 16’, Bourdon 16’, Prestant 8’, Holpijp 8’, Fluit Harmoniek 8’, Violon 8’, Octaaf 4’, Fluit 4’, Nasard 2 2/3’, Doublet 2’, Terts 1 3/5’, Mixtuur IV, Trompet 8’, Klaroen 4’, Superkoppel I, Koppel I + II
Manuaal II : Principal 8’, Roerfluit 8’, Gamba 8’, Vox Caelestis 8’, Prestant 4’, Fluit Harmoniek 4’, Octaaf 2’, Mixtuur III, Sesquialter II, Trompet 8’, Fagot/Hobo 8’, II sub, II super, Tremulant
Pedaal: Contrabas 16’, Subbas 16’, Violoncel 16’, Quint 10 2/3’, Openbas 8’, Gedekt 8’, Violoncel 8’, Openfluit 4’, Mixtuur III, Bombarde 16’, Trombone 8’, Klaroen 4’, Koppel p + I, Koppel p + II
Videoreportage over ons prachtige David orgel
In 2021 is ter gelegenheid van het monumenten weekend een speciale reportage gemaakt over ons prachtige David orgel. Bekijk de video: